Woorden en begrippen
De inhoud van deze website is zeer specifiek en tamelijk technisch. Om deze reden hebben we op deze pagina de belangrijkste termen en begrippen over geluid, akoestiek en Snowsound® in alfabetische volgorde onder elkaar gezet met een toelichting. Het oplossen van akoestische problemen vereist kennis en inzicht. Bij ons kunt u terecht voor een deskundig en vrijblijvend advies. Dankzij de gepatenteerde Snowsound® technologie hebben wij voor heel veel akoestische problemen de juiste oplossing. Veel vormen, veel kleuren, een groot aantal montagemogelijkheden.
Absorptiecoëfficient
Geluidsabsorptie wordt gemeten met de geluidsabsorptiecoëfficiënt alfa α, op een schaal tussen 0 en 1,00. Nul staat voor helemaal geen absorptie (al het geluid wordt weerkaatst) en 1,00 voor de totale absorptie van het invallende geluid. Harde materialen zoals glas, staal en beton hebben een lage absorptiecoëfficient (kaatsen dus veel geluid terug), zachte materialen zoals wol en dons hebben een hoge absorptiecoëfficient (ze kaatsen minder geluid terug). Absorptie is voor een groot deel afhankelijk van de poreusheid van het materiaal.
Decibel
Het geluidsniveau wordt uitgedrukt in decibel dB en wordt veroorzaakt door het drukverschil dat de geluidsgolf veroorzaakt. De geluidsterkte van vallend blad is ongeveer 10 dB; van gefluister en een tikkend uurwerk 30 dB; een drukke verkeersweg, voorbijrazende trein en rumoerige schoolklas 80 dB; een iPod op vol volume en een popconcert 110 dB; een vuurwapen, sirene, straaljager en ontploffend vuurwerk 170 dB. Geluiden onder de 75 dB zijn veilig, aan sterkere geluiden moet je je gehoor niet te lang blootstellen.
Formule van Sabine
De Nagalmtijd kan worden gemeten en berekend. De meest eenvoudige formule hiervoor is die van Sabine. Deze Amerikaanse natuurkundige was een pionier op het gebied van de zaalakoestiek. (Na)galmtijd is de tijd dat een geluidverschijnsel in een ruimte nog hoorbaar is als de geluidsbron reeds is gestopt. Een voorbeeld is een klap in de handen in een kerk of zaal. Dan hoort men het nagalmen. De nagalmtijd is de tijd dat het duurt tot het moment dat het geluid met 60 dB is afgenomen. In de praktijk hoort men nagalm dan niet meer. De galmtijd T is gedefinieerd als de tijd die nodig is voor een geluidafname met een factor 1 miljoen (60 dB). Deze tijd hangt als volgt af van het volume van de zaal:
T = galmtijd
V = volume
O = som van de wandoppervlakten
α = absorptiecoëfficiënten
Frequentie
Drukt uit hoe vaak iets gebeurt of voorkomt binnen een bepaalde tijd of in een zekere ruimte. Binnen verschillende vakgebeiden heeft de term verschillende betekenissen. In dit geval hebben we het over geluid en het aantal trillingen dat een geluidsgolf maakt per seconde. De eenheid van frequentie is hertz Hz. De gebruikelijke spraakfrequentis bevinden zich tussen 500 en 2000 Hz. zie ook infrasoon en ultrasoon.
Geluidabsorptie
Als een geluidgolf invalt op een oppervlak van een materiaal wordt een deel van de energie gereflecteerd. Het overige deel brengt de moleculen achter dat oppervlak in trilling. Daarbij treden twee basiseffecten op:
· De trillingen planten zich voort door het materiaal en brengen vervolgens de lucht aan de achterzijde in trilling. Dat wordt transmissie genoemd.
· In het materiaal treden trillingen op die wrijving veroorzaken en geluidenergie omzetten in warmte. Het geluid wordt dan geabsorbeerd. Meestal bevat het desbetreffende materiaal poriën waarin de trillende lucht wrijving ondervindt. Glaswol en steenwol zijn bekende voorbeelden.
Geluidsisolatie
Met geluidsisolatie kan de akoestische scheiding tussen ruimtes verbeterd worden. De uitbreiding van het geluid wordt met gepaste maatregelen onderbroken of verminderd. Zo kan het bij geluids- of televisiestudio’s gaan om het wederzijds van elkaar scheiden van studio's. Het kan ook gaan om het isoleren van een oefencabine voor musici of het verbeteren van de geluidsdemping in een gehorig huis, dat wil zeggen voorkomen dat geluid naar een aangrenzende ruimte gaat. Typische voorbeelden van geluidsisolerende maatregelen zijn bijv. zwevende vloeren, contactgeluidisolatie of verlaagde plafonds.
Geluidsterkte
Een geluidbron voegt geluidenergie (in de vorm van trillende lucht) toe aan een afgesloten ruimte. Als die bron continu is (bijvoorbeeld een ventilator of luidspreker met continue ruis) stelt zich in die ruimte een energetisch evenwicht in: er gaat net zoveel energie verloren als er wordt ingebracht. Het energieverlies in de ruimte wordt veroorzaakt door de geluidabsorptie van de materialen. De resulterende geluidsterkte is afhankelijk van dit evenwicht. Indien in een ruimte de hoeveelheid absorberend materiaal (en dus de hoeveelheid energieverlies) wordt verhoogd, stelt zich een lager evenwicht in; de geluidsterkte neemt af. Absorberende materialen kunnen dus worden gebruikt om lawaai in een ruimte te beperken.
Infrasoon en Ultrasoon geluid
Geluid waarvan de frequentie respectievelijk te laag (< 20 Hz) en te hoog (> 20.000 Hz) is om te kunnen worden gehoord door het menselijk gehoor. Sommige dieren gebruiken infra- en ultrageluid:, walvissen en olifanten gerbuiken infrageluid om over grote afstand te communiceren. Honden, muizen en dolfijnen zijn in staat om de hoge ultrasone frequenties te horen. het bereik van het menselijke gehoor strekt zich uit van 20 tot 20.000 Hz.
Nagalm
Nagalm is de belangrijkste verschijningsvorm van galm. De nagalm beschrijft de afname van een geluidsveld in een ruimte na het uitschakelen van de geluidsbron, d.w.z. het verzwakken van het geluidsveld. De nagalm beschrijft het zachter worden van een geluidsemissie (toon of geluid) na het uitschakelen van een geluidsbron. Hoe langer de nagalm echter duurt, hoe gemakkelijker het geluid zich in principe in alle delen van de ruimte en in alle richtingen kan verdelen. De afname van het geluid gaat sneller en doeltreffender als de absorptie van de ruimtebegrenzingen groter is en als de geluidsstralen vaker gereflecteerd kunnen worden. Hoe kleiner de ruimte is, hoe frequenter de reflecties komen. Het verminderen van het geluidsdrukniveau naar 60 dB beschrijft de tijd waarbinnen de geluidsenergie in een ruimte na het uitschakelen van de geluidsbron op het miljoenste deel daalt. De nagalmtijd kan gemeten worden en met formules berekend worden. Zie ook de formule van Sabine.
Spraakverstaanbaarheid
Sterke nagalm kan de spraakverstaanbaarheid ernstig storen. Lopende spraak bevat wel vijf of meer klanken per seconde en een spreker kan dus al een aantal lettergrepen verder zijn terwijl de eerdere klanken nog in de ruimte naklinken. Geluid wordt onderverdeeld in "vroege" en "late" reflecties. Alle reflecties die bij een luisteraar binnen 0.05 seconde arriveren worden door het gehoor samengevoegd met het directe geluid. Reflecties die later binnenkomen verstoren de spraakverstaanbaarheid. De spraakverstaanbaarheid wordt vooral bepaald door de verhouding tussen "vroege" en "late" energie. Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat deze verhouding gunstiger wordt bij meer absorptie.